In FolkIt! vandaag aandacht voor Griekse muziek tussen de jaren `60 en `70, aangeduid als ‘to neo kyma’, vrij vertaald als ‘de nieuwe golf’. Deze periode valt samen met de hoogtijdagen van de chansons in Frankrijk. Je zou beide genres, de nieuwe golf in Griekenland en de chansons in Frankrijk, kunnen beschouwen als typisch voor de landen waarin ze zijn ontstaan. Andere overeenkomsten zijn dat deze genres wat verder af staan van de traditionele muziek uit die landen en het belang van de liedteksten. Wat instrumentatie betreft kun je ook horen dat vaak afgeweken wordt van wat gebruikelijk is in de volksmuziek en dat aansluiting gezocht wordt bij de populaire muziek uit die tijd. In FolkIt van vandaag een selectie van stukken die te vinden zijn in een CD-box uit 2010, getiteld ‘To Neo Kyma’.
To Paidí Mas, To Kalokairáki. María Douráki. (3:01)
S’ Aftí Ti Geitoniá. Michális Violáris. (2:02)
T’ ʼspra Pouliá. Giánnis Poulópoulos. (2:14)
Próti Forá. Réna Koumióti. (2:17)
Páei Ki Aftí I Kyriakí. Pópi Asteriádi. (2:46)
Avgí Thlimméni. Giórgos Zográfos. (2:29)
Geráni Mou. Aléka Mavíli. (2:52)
O Négros Promithéas. María Douráki. (2:27)
Ti Lozáni, Ti Kozáni. Michális Violáris. (3:09)
Stou Filopáppou. Pópi Asteriádi. (2:31)
Mia Xanthiá Apó Ti Mytilíni. Michális Violáris. (2:43)
* luister naar het programma/ listen to the program:
Het verhaal van deze FolkIt begint in Athene, november 2017, waar Katarina ons naar een muziekzaak bracht waar veel Kretenzische muziek zou zijn. Daar was de weduwe van Nikos Xilouris. En, alhoewel we elkaar niet verstonden, kwam dat beeld voortdurend weer tevoorschijn toen ik bezig was met dit programma. Langzaam werd duidelijk welk een bijzonder mens Nikos Xilouris was, wat een prachtige muziek hij naliet en wat voor een bijzondere stem hij had. De CDs van Xilouris die ik daar kocht zijn gesigneerd door de weduwe en hebben een bijzondere plaats in mijn collectie! Dank je wel, Katarina! Ik begrijp waarom hij zo gekoesterd wordt in Griekenland.
Deze FolkIt is in z’n geheel gewijd aan de Griek Nikos Xilouris. Hij werd in 1936 in het dorpje Anogeia, zo’n 20 kilometer van Heraklion, geboren. Hij was de oudere broer van Yiannis en Antonis, beter bekend als Psarantonis. Nikos ging, naar Kretenzisch gebruik, door het leven als Psaronikos. De drie broers zijn in Griekenland bekend geworden door hun muziek: Antonis als bespeler van de lyra, Yiannis met zijn Griekse luit en Nikos als zanger en componist.
Op 12-jarige leeftijd begon Xilouris met het bespelen van de 3-snarige lyra en werd al snel herkend als een bijzonder talent. Toen hij in 1958 voor het eerst te horen was als zanger was dat een sensatie! In 1966 trad hij voor het eerst op in het buitenland: op het muziekfestival in San Remo won hij de eerste prijs. Het jaar daarop stond hij aan de basis van het eerste Kretenzische muziekcentrum in Heraklion. Hij was mede verantwoordelijk voor de hernieuwde belangstelling voor de muziek van Griekenland en Kreta in het bijzonder.
Xilouris is aan het begin van de zeventiger jaren uitgegroeid tot een een idool van de jeugd die rebelleert tegen de Griekse militaire junta die tussen 1967 en 1974 aan de macht was. Hij heeft nooit een geheim gemaakt van zijn mening over de invloed van de militaire junta. Een van de hoogtepunten van het verzet was de studentenopstand op 17 november 1973 aan het Polytechnio in Athene. Terwijl militairen het terrein afsloten van de buitenwereld zong Xilouris er Kretenzische vrijheidsliederen.
Xilouris overleed in 1980, op het hoogtepunt van zijn roem, aan longkanker. Met zijn liederen en muziek veroverde hij Griekenland en kreeg hij de bijnaam ‘Aartsengel van Kreta’.
Natuurlijk verwijst Schrammel-musik naar de gebroeders Josef en Johann Schrammel, maar ook verwijst het naar een stijl binnen de volksmuziek, die aan het einde van de 19e eeuw ontstond in Wenen. En tot op de dag van vandaag wordt er muziek gemaakt in die stijl.
Van beroemde componisten als Mozart, Beethoven en Schubert zijn naast serieuzere werken als symfonieën, opera’s en sonates ook walsjes, polka’s en ländlers bekend, waarin zij inspiratie putten uit volksmuziek. En als belangrijkste factor. De walsjes, polka’s en ländlers brachten geld in het laatje.
Beide Johanns en Josef Strauss, en Joseph Lanner, zijn eigenlijk alleen maar bekend van deze volkse muziek. Maar dat was ver vóór het ontstaan van de Schrammel-musik.
Een van de bekendste stukken: Wien bleibt Wien van Johann Schrammel, door het orkest van James Last
Schrammel-musik verwijst onder andere naar de gebroeders Josef en Johann Schrammel. Beiden waren violist. Samen met Anton Strohmayer, gitarist en zoon van componist Alois Strohmayer begonnen zij in 1878 een trio. Ze trokken in Nussdorf, een voorstad van Wenen, langs herbergen en wijnkelders om daar walsen, marsen en volksliedjes te spelen. Als trio noemden ze zich Nussdorfers. In 1884 trad klarinetist Georg Dänzer toe en veranderden ze de naam in ‘Specialitäten Quartett Gebrüder Schrammel’.
De zoon van Alois, Anton, speelde al schrammel-gitaar in het oorspronkelijke Schrammel-trio en -kwartet aan het einde van 19e eeuw. Deze Schrammel-gitaar is een soort contragitaar met één klankkast en twee halzen en op de tweede, fretloze, hals 9 bassnaren. Naast twee violen, Schrammel-gitaar en g-klarinet wordt ook de knop-harmonica (Schrammel-harmonika) af en toe gebruikt bij de uitvoering van Schrammel-musik.
Philharmonia Schrammeln & Angelika Kirchschlager: An Silvia (Schubert)
De gebroeders Schrammel componeerden & arrangeerden zowel Johann als Josef Schrammel veel voor hun trio en kwartet. Helaas is veel werk verloren gegaan nadat Johann in 1893, en Josef in 1895, beiden op 43-jarige leeftijd overleden. Ze componeerden ruim 200 liederen en dansen in 7 jaar. Vanaf 1963 hebben prof. Lois Böck en prof. Anton Pürkner, die we al eerder in dit programma als violist van het Wiener Schrammel-Quartett konden horen, een deel van deze werken kunnen reconstrueren.
(deze pagina bevat enkele verwijzingen naar Italiaanse pagina’s en pagina’s in het Italiaans)
Sicilië
In deze Folk It! een gevarieerde selectie met muziek van Sicilië. Het inmiddels buiten Italië behoorlijk bekende Agricantus verwerkt ook elementen van ver buiten Italië/ Europa in hun muziek. Anderen, zoals Mario Incudine en Alfio Antico houden het dichter bij huis. Gabriella Lucia Grasso, tenslotte, geeft blijk van haar liefde voor de Argentijnse muziek.
Agricantus werd eind zeventiger jaren in Palermo (Sicilië) opgericht en combineert volksmuziek met electronische- en dansmuziek (world ethnic-electronica). Agricantus is een van de bekendste groepen in dit programma. De groep put zowel uit de Siciliaanse traditie als uit de Afrikaanse en Arabische muziek
Alfio Antico werd geboren in 1956 in Lentini, Sicilië. Hij werkte samen met onder andere Eugenio Bennato in de Italiaanse folkgroep Musicanova. Vanaf 2000 maakt hij een paar CD’s als singer-songwriter en put daarbij uit de Siciliaanse en Italiaanse muziektraditie. Hij zingt, acteert en schrijft poëzie, en geldt daarnaast als een van de beroemdste bespelers van de tammorra: de Siciliaanse frametrommel.
Mario Incudine is in Italië, en zeker op Sicilië geen onbekende. Hij acteert, zowel in theaters als in films en is daarbij ook aktief als componist, zanger en bespeler van mandolino, mandola en tammorra (percussie-instrument).
Gabriella Lucia Grasso put inspiratie uit de traditie van Sicilië en die van Zuid Amerika. Zij heeft, evenals anderen in dit programma, een historie in het theater.
“Quando ascolti la musica, essa ti abbraccia regalandoti infinte connessioni ed emozioni legate a ciò che possiedi dentro il tuo cuore. L’abbraccio è creazione di valore, è l’essenziale, così come la musica.”
(“Wanneer je naar muziek luistert, wordt je omhelst en krijg je eindeloze connecties en emoties die te maken hebben met wat je in je hart hebt. Omarmen is creatie van waarde, het is het essentiële, evenals muziek.”)
in een van de volgende FolkIts aandacht voor Rosa Balistreri:
Vandaag kunt u in FolkIt luisteren naar recente CDs met Bretonse muziek en zojuist hoorde u Dañs Fisel van de CD Dañs van het Yann- Fanch Kemener Trio. Yann- Fañch Kemener kwam in een van de afleveringen van oktober uitgebreid aan bod. Hij is docent en een van de bekendste vertolkers van de Bretonse kan ha diskan- zangstijl. Deze stijl is, op een geheel andere manier, ook te horen op de recente CD ‘Ha Bagad Bro Kemperie’ van de Bretonse punkband Les Ramoneurs de Menhirs. Deze band werd in 2006 opgericht en maakt onder andere gebruik van traditionele Bretonse instrumenten als de bombardon en de doedelzak. Louise Ebrel, dochter van een van de gezusters Goadec, is sinds het begin bij de groep betrokken.
Les Ramoneurs de Menhirs
Ampouailh bracht eerder dit jaar de CD ‘Live’ uit. De band geniet in Bretagne grote bekendheid en sluit meer bij de traditionele muziek aan dan Ramoneurs de Menhirs. Zeker als live band zijn ze de moeite waard.
Tenslotte in FolkIt nog een aantal stukken van de CD ‘Habask’ van gitarist Soïg Sibéril. Hij is autodidact en geldt als een van de pioniers van de gitaar in de Bretonse muziek. Door een andere stemming en bijzondere speeltechnieken probeert hij een plaats te veroveren voor de gitaar in de Bretonse muziektraditie. Naast solist is hij ook te horen op opnamen van groepen als Gwerz en Les Ours du Scorff, waaraan we in een van de volgende afleveringen van FolkIt aandacht aan besteden.
vandaag geheel gewijd aan Yann Fanch Kemener. Van hem verscheen onlangs de CD ‘Dans!’. Kemener is een van de bekendste vertolkers van liederen in de typisch Bretonse ‘Kan ha Diskan’- stijl. Kan ha Diskan is Bretons voor iets als ‘roep en antwoord’, terug te vinden in zowel vokale als instrumentale muziek uit Bretagne. Vokale stukken worden vaak door twee vokalisten (meestal mannen) uitgevoerd, waarbij er meestal een Kaner en een Diskaner deelneemt; elk nemen ze een helft van de ‘Kan ha Diskan’ voor hun rekening. Stukken in deze stijl duren soms wel 20 minuten en worden vooral uitgevoerd tijdens ‘fest noz’, de nachtelijke dansfeesten die nog steeds regelmatig gehouden worden op veel plaatsen in Bretagne.
Kemener werd in 1957 in Bretagne geboren en heeft sinds eind jaren ’70 veel opnamen gemaakt. Hij treedt veel op en is daarnaast aktief als docent in de Bretonse zangstijl.
Kemener als docent:
Kemener met ba.fnu, ter gelegenheid van de release van YFK~2016
Dans Kost Ar C’hoet, Yann-Fanch Kemener Trio (3:48) Dans! (2017) [Coop Breizh CD 1121]
Bopte pasan er ger man (pourlet), Kemener, Ripoche, Rouillard, Weber (2:20) Tuchant e erruo an hanv (2008) [Universal 3017747]
Ar prins yaouank / Trad/Anne Auffret, Yann Fanch Kemener- Anne Auffret (3:14) Profane & sacred songs of Brittany – Roue Gralon n (1993) [Keltia Musique KMCD 42]
Ar mab prodig (marche), Kemener, Ripoche, Rouillard, Weber (2:20) Tuchant e erruo an hanv (2008) [Universal 3017747]
Het griekse eiland Kreta kent een lange geschiedenis van beschaving. Als meest zuidelijke eiland in Europa zijn er veel invloeden van andere landen te vinden. Er zijn periodes van o.a. Italiaanse, Turkse, Griekse overheersing, en zelfstandigheid geweest voordat Kreta deel werd van Griekenland. Er heerst een bijzondere muziekcultuur waar een belangrijke plaats wordt ingenomen door de lyra en de laouto.
FolkIt van vanavond gaat over de muziek van Kreta. In het bijzonder over vader en zoon Mountakis. Aanleiding voor deze aflevering is het verschijnen van de CD “Tis nihtias ke tis armiras” van Manos Mountakis en klassiek gitarist Manolis Androulidakis. Beiden spelen een belangrijke rol in de muziektraditie van Kreta: Vader Kostas (1926-1991), als een van de belangrijkste vertolkers in zijn tijd, zong en speelde lyra. Zoon Manos (geb. 1955) zet deze traditie voort. Daarnaast in FolkIt enkele anderen: woonachtig op Kreta (zoals Ross Daly) en/ of in de traditie van muziek van Kreta (Petros Saridakis, Psarantonis)…
Kostas Mountakis:
Manos Mountakis:
Ross Daly: tribute to Kostas Mountakis
Petros Saridakis:
Antonis Xylouris (Psarantonis):
???:
volledige playlist
Poian Agapo Rotous Me, Manos Mountakis (4:19) Evga Ilie Mou (1996) [Music Box International MBI 10642]
Milonades Ke Mazohtres, Kostas Mountakis (3:40) The big hits of Kostas Mountakis (1971) [Margophone MARGO 8020]
Haniotiki Mou Rodaria, Kostas Mountakis (3:49) The big hits of Kostas Mountakis (1971) [Margophone MARGO 8020]
Paraponoumai Sou Korm, Manos Mountakis (6:00) Evga Ilie Mou (1996) [Music Box International MBI 10642]
Flamenco houdt de gemoederen nog steeds bezig, ook van de allerjongsten! Een mooi voorbeeld van een van de reincarnaties van Camarón in Got Talent España.
Puurheid en zuiverheid bij de uitvoering van flamenco telt; soms raken uitvoerenden in trance, duende, en valt alles op z’n plek. Jongere generaties zijn op zoek naar vernieuwing. Zo ontstaat nuevo flamenco; in een van de volgende afleveringen van FolkIt aandacht voor bijvoorbeeld Chambao
In deze FolkIt houden we het bij Ketama en Diego el Cigala, beiden mengen Flamenco met andere, vaak Afrikaanse Latijns-Amerikaanse en Arabische stijlen.
Diego el Cigala, samen met Bebo Valdés:
volledige playlist
La leyenda del tiempo (Bamberas), Camaron de la Isla (3:35), Autorretrato [Mercury- 0042284670623]