In
deze aflevering van FolkIt aandacht voor Deense folkmuziek. Onder andere een
paar stukken van twee nieuwe CDs: debuut Vesselil
van het trio Vesselil. En Polyglot Pike, de zesde CD van Trio Mio.
Trio Mio bestaat uit Peter Rosendal (toetsinstrumenten), Kristine Heebøl (viool) en Jens Ulvsand (o.a. gitaar en zang). Met hun uiteenlopende achtergronden zorgen ze voor een eigen geluid dat sterk leunt op de Scandinavische traditie met uitstapjes naar jazz, geïmproviseerde- en rock-muziek. In Denemarken is het een van de bekendste en meest geprezen folk-groepen.
Vesselil, bestaat uit Elisabeth Dichmann, Maja Aarøe Freese en Clara Tesch. Zij bespelen strijkinstrumenten en zingen. Hun gelijknamige debuut-CD, Vesselil, verscheen eind vorig jaar en is gevuld met voornamelijk zelf gearrangeerde Zweedse en Deense volksliedjes, aangevuld met eigen composities
playlist:
Haugaard & Hoirup. Aften ved Søen. (Duo for Violin and Guitar by Haugaard & Hoirup, 2000; 03:22)
Rannok. Praesto Polka. (Dejodejo, 2013; 02:34)
Kristine Heebøll. Vasa. (Trio Mio, 2004; 03:42)
Haugaard & Hoirup. Trekant – Rail Road Ræs – Trædballehus. (Duo for Violin and Guitar by Haugaard & Hoirup, 2000; 04:48)
Vanavond een programma over het veelzijdige oeuvre van Vinicio Capossela. Capossela werd in Hannover, Duitsland geboren maar verhuisde al jong naar Italië en woont vanaf 1987 in Milaan. Vanaf 1990 verschijnen CD’s en Capossela is in films te zien. In zijn muziek zijn invloeden te horen van onder andere mediterane en zuid-amerikaanse muziek. Ook zijn er verwijzingen naar filmmuziek.
Capossela wordt vaak vergeleken met Tom Waits en maakt er zelf ook geen geheim van door Waits geinspireerd te zijn. Ook is de Amerikaanse gitarist Marc Ribot vaak samen hem èn Tom Waits te horen.
playlist:
1. Lampanò (L’indispensabile, 2003)
2. Che cossè l’amor (L’indispensabile, 2003)
3. Tanco Del Murazzo (Il Ballo Di San Vito, 1996)
4. Moskavalza (Ovunque Proteggi, 2006)
5. Il ballo di San Vito (L’indispensabile, 2003)
6. Il Treno (Canzoni Della Cupa, 2016)
7. Dimmi Tiresia (Marinai Profeti e Balene, 2011)
8. Abbandonato (Rebetiko Gymnastas, 2012)
9. Dalla Parte Di Spessotto (Ovunque Proteggi, 2006)
10. Misirlou (Rebetiko Gymnastas, 2012)
11. Gymnastika (Solo Show Alive, 2009)
12. Il Paradiso dei Calzini (Solo Show Alive, 2009)
13. Lo Sposalizio Di Maloservizion (Canzoni Della Cupa, 2016)
14. Il Pumminale (Canzoni Della Cupa, 2016)
In de aflevering van FolkIt vanavond oude opnamen van muziek van Kreta. Hierin zijn opnamen te horen die gemaakt zijn tussen 1920 en 1955. Voor dit eerste programma is gebruik gemaakt van een CD-box die is uitgebracht in 1994 met de titel Cretan Musical Tradition, the Masters. De collectie is verzorgd door Stelios Aerakis & Muziek Workshop Kreta. Nu nog is er een CD-zaak te vinden in Heraklion (Kreta) waar traditionele instrumenten en opnamen van muziek van Kreta verkrijgbaar zijn: 14 Korai Sq., PC 71202 Heraklion, Kreta, Griekenland (zie foto hieronder)
De stukken die te vinden zijn in de 10-CD-doos laten goed de invloeden horen van de muziek die destijds op Kreta gemaakt werd: Byzantijnse muziek, muziek uit Klein Azie, uit Italië, en uiteraard het vasteland van Griekenland. Opnamen zijn veelal op Kreta zelf gemaakt.
In de programma’s van 31 januari 2019 (jaren ’60- jaren ’80) en 30 mei 2019 (jaren `90- nu) zal te horen zijn hoe deze muziek zich ontwikkeld heeft tot hoe die nu gespeeld wordt, tot ver buiten Kreta maar nog steeds onmiskenbaar van Kreta afkomstig is.
Klarinetist Ivo Papasov [1] [2] werd in 1952 in Thracië in het zuiden van Bulgarije geboren uit ouders met een zigeuner-achtergrond. Zoals dat wel meer voor kwam bij zigeuners had hij het op school snel bekeken en koos hij voor de muziek, de klarinet in zijn geval.
Hij was nog niet zo oud toen hij zijn eigen groep begon: de Ivo Papasov Huwelijks Band. Hij stond daarmee aan de wieg van een nieuw genre binnen de Bulgaarse volksmuziek. Samen met de andere groepsleden speelde hij vaak op bruiloften en bouwde hij met zijn virtuoze spel een reputatie op die ervoor zorgde dat liefhebbers grote afstanden aflegden om hen te kunnen bewonderen zonder dat ze voor de bruiloften uitgenodigd waren. Naast gangbare Bulgaarse dansvormen als Horo en Ruchenitsa kun je ook jazz-invloeden horen en is er ruimte voor improvisatie.
Wedding Eve, Ivo Papazov/Yildiz Ibrahimova (4:02) Thracian Rhapsody: New Wedding Music of Bulgaria, Vol. 1 (1999) [Labor Records 7019 *]
Khristiyanovo khoro, Ivo Papazov- klarinet (5:11) Great Masters Of Bulgarian Instrumental Folklore (2001) [Balkanton ADD 060217 **]
Dance of the Falcon, Ivo Papasov (7:54) Dance of the Falcon (2008) [World Village 450004 ***]
Ivo’s Ruchenitsa, Ivo Papasov and His Orchestra (9:45) Balkanology (1991) [Hannibal HNCD1363 ****]
Mominshko Horo, Ivo Papasov and His Orchestra (8:52) Balkanology (1991) [Hannibal HNCD1363 ****]
Chalga, Bisery (17:46) Thracian Rhapsody: New Wedding Music of Bulgaria, Vol. 1 (1999) [Labor Records 7019 *]
Tziganska Ballada (Romanian Gypsy), Ivo Papasov and His Orchestra (5:26) Balkanology (1991) [Hannibal HNCD1363 ****]
* Labor Records 7019
** Balkanton ADD 060217
*** World Village 450004
**** Hannibal HNCD1363
Folkmagazine over heden en verleden, van freakfolk tot minstrelen. Muziek uit Spanje. Twee groepen: Ojos de Brujo en Chambao.
Ojos de Brujo is actief tussen 1994 en 2012 en komt uit Barcelona. Net als bands als Mano Chao en Dusminguet wordt deze band gerekend tot de Mestizo: een stroming met vooral Spaanse en Franse bands, die zowel muzikaal als tekstueel verschillende invloeden kennen. De muziek is vaak meertalig en er zijn, wat Ojos de Brujo betreft, invloeden te horen uit de hip hop, uit Latijns Amerika en uit Spanje. Net als veel andere Mestizo-bands besluit Ojos de Brujo commercieel en artistiek zoveel mogelijk in eigen hand te houden. De band is redelijk succesvol, ook buiten Spanje, en geeft ook een paar optredens in Nederland.
Chambao ontstond in Malaga, Spanje. De eerste opnamen van Chambao verschenen op Flamenco Chill, een dubbel-CD uit 2002 waarop, naast Chambao, nog andere groepen te horen zijn. Chambao wordt gerekend tot de Flamenco Chill en put hoorbaar uit de Flamenco-traditie van Andalusië. Anderzijds is ook vanaf het begin de invloed van elektronische muziek hoorbaar en geeft zangeres María del Mar de groep een eigen geluid.
Sultanas De Merkaillo, Ojos de Brujo (4:06) Corriente Vital 10 Años (2010) [Warner Music Spain S.L. 2564678856]
Color, Ojos de Brujo (3:56) Techarí (2006) [Diquela Records DQR CD 05]
Runalí, Ojos de Brujo (4:23) Techarí (2006) [Diquela Records DQR CD 05]
Rumba Dub Style (P.A. Dust Mix), Ojos de Brujo (6:21) Rumba Dub Style (2001) [Edel Records LC 01666]
Corriente Vital, Ojos de Brujo (3:50) Corriente Vital 10 Años (2010) [Warner Music Spain S.L. 2564678856]
Ley De Gravidad, Ojos de Brujo (3:50) Barí (2002) [Diquela Records 900.6010.020]
Pasta Pa La Costa, Chambao (3:46) Flamenco Chill (2002) [Sony SMM 508136 2]
Lo Verás, Chambao (3:39) Endorfinas en la mente (2003) [Sony Music Media SMM 512390 2]
Desconocido, Chambao (4:11) Caminando 2001-2006 DVD (2006) [Sony BMG 88697067302]
Mi prima Juan, Chambao (3:05) Pokito A Poko (2005) [Sony 828767207520]
Los Muchachos de Mi Barrio, Chambao (4:13) Chambao Caminando (Edición Digital) (2006) [Sony BMG 88697038852]
El Ying Y El Yang, Chambao (4:17) Caminando 2001-2006 DVD (2006) [Sony BMG 88697067302]
Get Up, Stand Up, Ojos de Brujo (3:47) Corriente Vital 10 Años (2010) [Warner Music Spain S.L. 2564678856]
La Machine, Ojos de Brujo (3:56) Corriente Vital 10 Años (2010) [Warner Music Spain S.L. 2564678856]
Making Love On Your Side, Howie B. (4:56) Flamenco Chill (2002) [Sony SMM 508136 2]
Vanavond Noorse folk zoals te vinden op CDs van violisten Annbjorg Lien en Gjermund Larsen.
Lien bekwaamde zich, met hulp van haar vader, in het bespelen van de Hardanger viool, een instrument dat een lokale Noorse variant is van de viool zoals we die kennen en veelvuldig te horen is in de Noorse folk. Daarnaast speelt ze ook viool. In Noorwegen is ze een bekende verschijning na een loopbaan van inmiddels ruim 25 jaar, waarin ze de muzikale grenzen van haar land zocht, èn oprekt.
De tweede hoofdpersoon van dit programma is de Noorse violist Gjermund Larsen. Larsen werd in 2002 de jongste Noors kampioen folk-fiddle ooit. Ook hij gebruikt de Noorse volksmuziek als vertrekpunt om daar, met zijn medemuzikanten een klassieke, jazzy of poppy wending aan te geven. Zijn vertrekpunt is vaak de dansmuziek uit de regio Trøndelag in centraal Noorwegen.
Old Larry, Annbjørg Lien (4:30) Baba Yaga (1999) [Grappa GRCD 4158]
Portugal heeft een rijke traditie op het gebied van volksmuziek, waarbij de fado in Nederland wellicht het bekendste is. Vanavond twee relatief jonge groepen die gebruik maken van deze traditie: Deolinda en A Naifa. Deolinda kiest voor een een tamelijk traditionele aanpak. Deolinda is vernoemd naar een fictieve vrouw die verzot is op Fado en commentaar levert op het hedendaagse Portugal. De muziek van Deolinda, soms neofado genoemd, is vrolijker dan de gemiddelde fado. In dit programma hoort u ook Um Contra O Outro, uit 2010, dat destijds in Portugal een bescheiden hit was. Daarna hoort u Monotone, uit 2006, van A Naifa, waarin meteen te horen is dat A Naifa voor een wat minder traditionele aanpak kiest.
A Naifa is de tweede Portugese groep in dit programma. A Naifa maakt, evenals Deolinda, muziek die hoorbaar voortkomt uit de Portugese traditie. Daar waar Deolinda instrumenten gebruikt die niet misstaan in de Portugese fado-traditie maakt A Naifa gebuikt van instrumenten die eerder thuishoren in de pop- en electronische muziek.
playlist:
Concordância, Deolinda (3:00) Mundo Pequenino (2013) [Universal Music Portugal 0602537330782]
Um Contra O Outro, Deolinda (3:36) Dois Selos E Um Carimbo (2010) [EMI Music Portugal 50999 6 40940 2 1]
Monotone, A Naifa (3:05) 3 Minutos Antes De A Maré Encher (2006) [Zona Música ZM00179]
Gente Torta, Deolinda (2:58) Mundo Pequenino (2013) [Universal Music Portugal 0602537330782]
Há-De Passar, Deolinda (2:27) Mundo Pequenino (2013) [Universal Music Portugal 0602537330782]
Fé, A Naifa (4:03) 3 Minutos Antes De A Maré Encher (2006) [Zona Música ZM00179]
Apenas Durmo Mal, A Naifa (2:48) Uma Inocente Inclinação Para O Mal (2008) [Lisboa Records LX003]
Quando Janto Em Restaurantes, Deolinda (2:26) Dois Selos E Um Carimbo (2010) [EMI Music Portugal 50999 6 40940 2 1]
Fado Castigo, Deolinda (4:33) Canção Ao Lado (2009) [EMI 7 29807 2]
Bairro Velho, A Naifa (4:23) Canções Subterrâneas (2004) [Columbia COL 517186 2]
Inquietação, A Naifa (3:48) As Canções D’A Naifa (2013) [Antena Portuguesa 0825646366095]
Homenagem A 4 Poetas E 1 Cineasta – Não Há Mais Mundos, A Naifa (4:04) Não Se Deitam Comigo Corações Obedientes (2012) [Antena Portuguesa AP001 SPA2012]
Nas Tuas Mâos Vazias, A Naifa (4:05) Uma Inocente Inclinação Para O Mal (2008) [Lisboa Records LX003]
Não Ouviste Nada, Deolinda (4:16) Mundo Pequenino (2013) [Universal Music Portugal 0602537330782]
Apanhada A Roubar, A Naifa (2:01) Uma Inocente Inclinação Para O Mal (2008) [Lisboa Records LX003]
Contado Ninguém Acredita, Deolinda (3:47) No Coliseu Dos Recreios (2011) [EMI Music Portugal 50999 0 91512 2 2]
Porque Me Traíste Tanto, A Naifa (10:55) 3 Minutos Antes De A Maré Encher (2006) [Zona Música ZM00179]
In FolkIt! vandaag aandacht voor Griekse muziek tussen de jaren `60 en `70, aangeduid als ‘to neo kyma’, vrij vertaald als ‘de nieuwe golf’. Deze periode valt samen met de hoogtijdagen van de chansons in Frankrijk. Je zou beide genres, de nieuwe golf in Griekenland en de chansons in Frankrijk, kunnen beschouwen als typisch voor de landen waarin ze zijn ontstaan. Andere overeenkomsten zijn dat deze genres wat verder af staan van de traditionele muziek uit die landen en het belang van de liedteksten. Wat instrumentatie betreft kun je ook horen dat vaak afgeweken wordt van wat gebruikelijk is in de volksmuziek en dat aansluiting gezocht wordt bij de populaire muziek uit die tijd. In FolkIt van vandaag een selectie van stukken die te vinden zijn in een CD-box uit 2010, getiteld ‘To Neo Kyma’.
To Paidí Mas, To Kalokairáki. María Douráki. (3:01)
S’ Aftí Ti Geitoniá. Michális Violáris. (2:02)
T’ ʼspra Pouliá. Giánnis Poulópoulos. (2:14)
Próti Forá. Réna Koumióti. (2:17)
Páei Ki Aftí I Kyriakí. Pópi Asteriádi. (2:46)
Avgí Thlimméni. Giórgos Zográfos. (2:29)
Geráni Mou. Aléka Mavíli. (2:52)
O Négros Promithéas. María Douráki. (2:27)
Ti Lozáni, Ti Kozáni. Michális Violáris. (3:09)
Stou Filopáppou. Pópi Asteriádi. (2:31)
Mia Xanthiá Apó Ti Mytilíni. Michális Violáris. (2:43)
* luister naar het programma/ listen to the program:
Het verhaal van deze FolkIt begint in Athene, november 2017, waar Katarina ons naar een muziekzaak bracht waar veel Kretenzische muziek zou zijn. Daar was de weduwe van Nikos Xilouris. En, alhoewel we elkaar niet verstonden, kwam dat beeld voortdurend weer tevoorschijn toen ik bezig was met dit programma. Langzaam werd duidelijk welk een bijzonder mens Nikos Xilouris was, wat een prachtige muziek hij naliet en wat voor een bijzondere stem hij had. De CDs van Xilouris die ik daar kocht zijn gesigneerd door de weduwe en hebben een bijzondere plaats in mijn collectie! Dank je wel, Katarina! Ik begrijp waarom hij zo gekoesterd wordt in Griekenland.
Deze FolkIt is in z’n geheel gewijd aan de Griek Nikos Xilouris. Hij werd in 1936 in het dorpje Anogeia, zo’n 20 kilometer van Heraklion, geboren. Hij was de oudere broer van Yiannis en Antonis, beter bekend als Psarantonis. Nikos ging, naar Kretenzisch gebruik, door het leven als Psaronikos. De drie broers zijn in Griekenland bekend geworden door hun muziek: Antonis als bespeler van de lyra, Yiannis met zijn Griekse luit en Nikos als zanger en componist.
Op 12-jarige leeftijd begon Xilouris met het bespelen van de 3-snarige lyra en werd al snel herkend als een bijzonder talent. Toen hij in 1958 voor het eerst te horen was als zanger was dat een sensatie! In 1966 trad hij voor het eerst op in het buitenland: op het muziekfestival in San Remo won hij de eerste prijs. Het jaar daarop stond hij aan de basis van het eerste Kretenzische muziekcentrum in Heraklion. Hij was mede verantwoordelijk voor de hernieuwde belangstelling voor de muziek van Griekenland en Kreta in het bijzonder.
Xilouris is aan het begin van de zeventiger jaren uitgegroeid tot een een idool van de jeugd die rebelleert tegen de Griekse militaire junta die tussen 1967 en 1974 aan de macht was. Hij heeft nooit een geheim gemaakt van zijn mening over de invloed van de militaire junta. Een van de hoogtepunten van het verzet was de studentenopstand op 17 november 1973 aan het Polytechnio in Athene. Terwijl militairen het terrein afsloten van de buitenwereld zong Xilouris er Kretenzische vrijheidsliederen.
Xilouris overleed in 1980, op het hoogtepunt van zijn roem, aan longkanker. Met zijn liederen en muziek veroverde hij Griekenland en kreeg hij de bijnaam ‘Aartsengel van Kreta’.
* Minos EMI 0946 347950 2 9
** Minos EMI 0602557693812
Playlist
To ksirosteriano nero. (2:52)*
Akous na lene sta choria. (4:02)*
O pramateutis. (2:53)*
Ta logia kai ta chronia. (4:24)*
Apo tin akri ton akrio. (2:57)*
Mberde kai mberde. (3:00)*
To paramythi. (1:55)*
Anyfantou. (3:18)**
Erotokritos. (5:41)**
O Stratis thalassinos anamesa stous agapanthous. (12:48)*
Natuurlijk verwijst Schrammel-musik naar de gebroeders Josef en Johann Schrammel, maar ook verwijst het naar een stijl binnen de volksmuziek, die aan het einde van de 19e eeuw ontstond in Wenen. En tot op de dag van vandaag wordt er muziek gemaakt in die stijl.
Van beroemde componisten als Mozart, Beethoven en Schubert zijn naast serieuzere werken als symfonieën, opera’s en sonates ook walsjes, polka’s en ländlers bekend, waarin zij inspiratie putten uit volksmuziek. En als belangrijkste factor. De walsjes, polka’s en ländlers brachten geld in het laatje.
Beide Johanns en Josef Strauss, en Joseph Lanner, zijn eigenlijk alleen maar bekend van deze volkse muziek. Maar dat was ver vóór het ontstaan van de Schrammel-musik.
Een van de bekendste stukken: Wien bleibt Wien van Johann Schrammel, door het orkest van James Last
Schrammel-musik verwijst onder andere naar de gebroeders Josef en Johann Schrammel. Beiden waren violist. Samen met Anton Strohmayer, gitarist en zoon van componist Alois Strohmayer begonnen zij in 1878 een trio. Ze trokken in Nussdorf, een voorstad van Wenen, langs herbergen en wijnkelders om daar walsen, marsen en volksliedjes te spelen. Als trio noemden ze zich Nussdorfers. In 1884 trad klarinetist Georg Dänzer toe en veranderden ze de naam in ‘Specialitäten Quartett Gebrüder Schrammel’.
De zoon van Alois, Anton, speelde al schrammel-gitaar in het oorspronkelijke Schrammel-trio en -kwartet aan het einde van 19e eeuw. Deze Schrammel-gitaar is een soort contragitaar met één klankkast en twee halzen en op de tweede, fretloze, hals 9 bassnaren. Naast twee violen, Schrammel-gitaar en g-klarinet wordt ook de knop-harmonica (Schrammel-harmonika) af en toe gebruikt bij de uitvoering van Schrammel-musik.
Philharmonia Schrammeln & Angelika Kirchschlager: An Silvia (Schubert)
De gebroeders Schrammel componeerden & arrangeerden zowel Johann als Josef Schrammel veel voor hun trio en kwartet. Helaas is veel werk verloren gegaan nadat Johann in 1893, en Josef in 1895, beiden op 43-jarige leeftijd overleden. Ze componeerden ruim 200 liederen en dansen in 7 jaar. Vanaf 1963 hebben prof. Lois Böck en prof. Anton Pürkner, die we al eerder in dit programma als violist van het Wiener Schrammel-Quartett konden horen, een deel van deze werken kunnen reconstrueren.